Niet iedereen is blij met het opendeurenbeleid in verpleeghuizen voor mensen met dementie: inspectie houdt toezicht op gedwongen zorg
Bij Meldpunt komen regelmatig signalen binnen over gedwongen of onvrijwillige zorg, zoals overtredingen van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het opsluiten van bewoners met dementie is volgens deze wet alleen toegestaan als uiterste middel. Hoewel het opendeurenbeleid wettelijk is vastgelegd, is het nog lang niet overal ingevoerd. Het dilemma is ‘vrijheid versus veiligheid’.
Wat is opendeurenbeleid?
Met de toenemende vergrijzing voor de deur, wordt dementie al de grootste ziekte van de toekomst genoemd. De aandacht ervoor neemt evenredig toe. Het opendeurenbeleid in verpleeghuizen voor mensen met dementie is gebaseerd op de Wet zorg en dwang (Wzd), die op 1 januari 2020 is ingegaan. Deze wet regelt de toepassing van onvrijwillige zorg aan mensen met een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening, zoals dementie. Doel is om dwang te beperken en alternatieven te stimuleren. De hoofdregel is: “Nee, tenzij.”
Toch werken veel instellingen nog met gesloten afdelingen, volgens RTL in 2023, 3 jaar na invoering van de wet. Dat komt voort uit de angst voor weglopen, verdwalen en de daaruit volgende veiligheidsrisico’s. Familie mag volgens de wet geen gesloten deur afdwingen. De zorgaanbieder beslist per individueel geval.
Het grote dilemma is ‘vrijheid versus veiligheid’. En het gaat natuurlijk ook regelmatig mis, zoals Omroep Flevoland recentelijk bericht over de 79-jarige Lily met dementie. Zij (ver)dwaalt nogal eens door Almere en de familie slaat dan alarm. Met burgernet-acties vinden ze haar dan weer terug. Maar ideaal is het zeker niet.
Technologische hulpmiddelen
Technologie kan overigens enorm helpen, schrijft de NOS. Een chip kan ervoor zorgen dat de een wél en de ander niet zomaar uit de zorginstelling kan weglopen. Andere technologische mogelijkheden zijn gps-trackers en (externe) leefcirkels. Die laatste mogelijkheid, ook wel leefcirkel XL genoemd, slaat op buitengebieden waar cliënten zich vrij kunnen bewegen. Verlaat iemand dit gebied, dan krijgt de zorg of mantelzorger een seintje.
Inspectie houdt ook toezicht op gedwongen zorg
Niet iedereen is blij met het opendeurenbeleid in verpleeghuizen. Familieleden, zoals in het voorbeeld hierboven van Lily uit Almere, maken zich druk om hun steeds weer dwalende oma. Directies en besturen zien hetzelfde probleem en zijn daarom ook vaak terughoudend. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) controleert ook op gedwongen zorg, inclusief het hier besproken opendeurenbeleid.
De IGJ controleert in zijn algemeenheid op allerlei zaken in de zorg. De inspectie gaat meestal onaangekondigd op bezoek bij een zorginstelling en werkt ‘risico-gestuurd’: ze gaan vooral langs waar ze de grootste risico’s vermoeden. Maatregelen kunnen volgen: opgelegde veranderingen in een ‘aanwijzing’ – een opdracht – met een verbetertermijn, verscherpt toezicht en een herbezoek aan de instelling voor een extra controle.
Er komen jaarlijks zo’n 1.000 meldingen binnen met betrekking tot verpleeghuizen en thuiszorg samen. Meldingen kunnen komen van zorgverleners (verplicht bij calamiteiten, geweld of disfunctioneren), maar ook van bewoners, familie of andere betrokkenen. Meldingen worden beoordeeld via triage: hoe ernstig en betrouwbaar is de melding?
De inspectie geeft op een vraag van Meldpunt aan dat fixeren, het letterlijk vastbinden, in de verpleeghuiszorg bijna niet meer voorkomt. Maar andere vormen van fixatie (zoals bedhekken of stoelbladen) worden nog wel steeds gebruikt.
Wat zijn de cijfers over opendeurenbeleid?
Op de vraag van Meldpunt of de IGJ weet hoeveel instellingen het opendeurenbeleid geïmplementeerd hebben, blijft deze instantie het antwoord schuldig. De inspectie bezoekt niet jaarlijks alle instellingen en daarom ontbreekt een totaaloverzicht. Er blijkt ook geen landelijke registratie van instellingen met open of gesloten deuren te bestaan.
Slechts 299 van de 2.705 verpleeghuizen zijn overgestapt op volledig opendeurenbeleid, volgens een bericht van RTL Nieuws uit 2023. Zelfbenoemd ‘referentiepersoon dementie’ Francien van de Ven, gerenommeerd schrijfster van 2 boeken over Alzheimer, houdt zelf zo nauwkeurig mogelijk een lijst bij. Zij komt tot 341 instellingen.
Gedwongen zorg buiten de instellingen in de thuiszorg
Chantal Bekker, programmaleider gedwongen zorg bij de IGJ zegt dat gedwongen zorg ook thuis kan plaatsvinden. “Gedwongen zorg thuis valt onder dezelfde wet als in verpleeghuizen,” zegt ze. “Maar feitelijk is de registratie van hoe vaak dit thuis gebeurt minimaal. Wij zien dat daar een onderbewustzijn is. Het kan bijvoorbeeld dat iemand niet meer gedoucht wil worden en dat de zorgverlener toch stevig aandringt om te douchen – even als voorbeeld. Dat kan in een verpleeghuis maar dat zou thuis ook kunnen.”
“Maar het nadeel van de thuiszorg is: daar is een verzorgende maar ook vaak de cliënt alléén. Dus er is weinig controle. Een zorgverlener zet dan voor de veiligheid een bedhek omhoog en dit wordt niet altijd gerapporteerd.”
Andere vormen van gedwongen zorg thuis zijn: de deur op slot doen of medicatie geven bij gedragsproblemen of tegen de wil van iemand in. De IGJ ziet dat er nog onvoldoende kennis is in de thuiszorg over hoe met gedwongen zorg om te gaan. Thuiszorgorganisaties zeggen soms: “Wij doen niet aan gedwongen zorg,” terwijl het in de praktijk wel gebeurt.
Verbeterpunten in de thuiszorg bij mensen met dementie
Bekker hamert erop dat er meer kennis en kunde op het gebied van gedwongen zorg moet gaan naar de thuiszorg, die met steeds meer dementerende ouderen te maken krijgt. Dat is het logische gevolg van het beleid dat ouderen – ook met dementie – zo lang mogelijk thuis moeten kunnen blijven wonen.
Ze draagt ook voorbeelden aan: “Kennis om verzet te herkennen. Inzet van alternatieven om gedwongen zorg te voorkomen. En goede afspraken maken en vastleggen zoals bij de inzet van een medicijnkluisje, omdat een cliënt in de war is. Hoe begrijpelijk soms ook, het is óók een vorm van dwang of beperking die aan iemand is opgelegd.”
(Bron: IGJ, Rijksoverheid, NOS, RTL, Omroep Flevoland, Francien van de Ven, archief. Foto: Shutterstock)