Registeren Inloggen

Regiewet moet wooncrisis oplossen: jaarlijks 100.000 woningen bijbouwen

Er heerst een wooncrisis. De afgelopen jaren zijn er te weinig betaalbare woningen gebouwd. Mensen met een laag of middeninkomen, zoals leraren, verpleegkundigen en politieagenten, vinden maar moeilijk een woning. Daarom is de Wet Versterking regie volkshuisvesting, kortweg de Regiewet, in het leven geroepen. Het wetsvoorstel is op 25 juni 2025 in de Kamer besproken. Maar wat houdt de wet precies in en levert het ook echt meer betaalbare woningen op?

Wat regelt de Regiewet precies?

Het doel van de zogenaamde Regiewet is dat de landelijke overheid weer meer de regie pakt in de woningbouw. Los van de bouw belemmerende stikstofcrisis moet Nederland sneller gaan bouwen. En er moeten meer betaalbare woningen komen.

De overheid wil net als vroeger weer gaan sturen op hoeveel, waar en voor wie er wordt gebouwd. Ze wil het niet meer louter aan de markt overlaten, zoals is ingezet onder voormalig woonminister Stef Blok (2012-2017). Daarna ontbrak zo’n minister van Volkshuisvesting in Nederlandse kabinetten. Pas met Hugo de Jonge (2022) en zijn inmiddels demissionaire opvolgster Mona Keijzer is er weer een woonminister.

Hoeveel betaalbare woningen moeten er komen?

De minister legt de lat hoog met de bouw van 100.000 nieuwe woningen per jaar. Daarvan moet:

  • 60 procent betaalbaar zijn (middenhuur en koop).
  • 30 procent sociale huur zijn.

Voor heel Nederland gelden dezelfde grenzen voor wat onder betaalbaar wordt verstaan.

Regionale aanpak

De wet houdt niet per gemeente strak aan die 30 procent vast maar per regio, om zo de regionale balans te bewaken. Gemeenten in een regio moeten daarover overleg plegen. Verder bepaalt de provincie welke gemeenten samen een regio moeten vormen.

In de praktijk moet dat zo uitwerken:

  • Gemeenten met weinig sociale huur (onder landelijk gemiddelde van 27 procent) moeten 30 procent sociale huur bouwen.
  • Gemeenten met veel sociale huur (boven gemiddeld) moeten 40 procent middenhuur of betaalbare koop bouwen.

Wat zegt de oppositie over de 30-procentsregel?

De oppositie vindt het afzwakken van de 30-procentsnorm naar regioniveau een risico. ChristenUnie en GroenLinks-PvdA willen via een amendement afdwingen dat toch elke gemeente 30 procent sociale huur bouwt. Zij vrezen dat kleine gemeenten anders te weinig sociale huurwoningen bouwen. Zo komt de meeste druk automatisch altijd bij de grote steden te liggen. Daar is het percentage sociale huur sowieso vaak al boven de 30 procent.

De Woonbond, die opkomt voor huurders, steunt het amendement dat elke gemeente verplicht tot minstens 30 procent sociale huur. Zonder aanpassingen vindt deze belangenorganisatie de wet te slap. Directeur Zeno Winkels zegt daarover op de eigen website: “Het is onacceptabel als de Tweede Kamer dit niet daadkrachtig aanpakt en zorgt voor nog eens jarenlang doelloos gepraat.”

Wie beslist uiteindelijk volgens de Regiewet?

Gemeenten, provincies en het Rijk maken samen afspraken in volkshuisvestingsprogramma’s, die in plaats komen van de oude ‘woonvisie’. Deze programma’s worden de basis voor nieuwe lokale prestatieafspraken tussen gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties.

De provincie krijgt een belangrijke rol in het coördineren van de bouwafspraken. De provincie kan gemeenten ook verplichten om bouwlocaties aan te wijzen. Als partijen er niet uitkomen, kan als uiterste redmiddel de minister zelf ingrijpen.

Urgente woningzoekenden: welke aandachtsgroepen tellen mee?

Iedere gemeente, niet alleen de grote steden, moet straks een urgentieregeling hebben voor aandachtsgroepen zoals jongeren uit de jeugdzorg, mensen uit de maatschappelijke opvang en uit beschermd wonen. Op dit moment verschillen de aandachtsgroepen per gemeente. Daar wil minister Keijzer, die onlangs nog het wetsvoorstel voor huurbevriezing introk, graag het mes inzetten: dat moet landelijk overal gelijk zijn. Het kabinet heeft voorrang voor statushouders al eerder geschrapt. Met deze maatregelen moet de kans op een woning stijgen in elke gemeente.

De oppositie wil de groep mensen met voorrang op een woning juist uitbreiden. Nu krijgen vooral mensen uit opvang of zorginstellingen voorrang. De linkse partijen willen ook dak- en thuislozen die bij bekenden slapen of in vakantieparken wonen, toevoegen.

Kortere procedures bij de Regiewet

Op het gebied van aanpakken van bureaucratie en regeltjesinflatie gaat de wet ver: procedures worden korter om langdurige vertragingen in de bouw te voorkomen. Bij projecten vanaf 12 woningen is er nog maar 1 rechtszaak mogelijk in plaats van 2. De rechter moet binnen 6 maanden beslissen. Bouwen buiten de bebouwde kom wordt makkelijker omdat de nu nog geldende maatregel ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ komt te vervallen.

Dit verandert er voor mantelzorgwoningen op het eigen erf

Op eigen erf mag de eigenaar straks zonder vergunning mantelzorg- of familiewoningen bijbouwen. Dit helpt mensen langer zelfstandig te wonen. En dat is goed nieuws.

In 2023 is Henk Houwers (80) in Meldpunt te zien. Hij wil in zijn eigen achtertuin een mantelzorgwoning bouwen voor hemzelf en zijn vrouw Willy. De bedoeling is dat hun dochter als mantelzorger met haar gezin in de hoofdwoning gaat wonen. Maar de gemeente weigert hiervoor toestemming te geven, want het stel is nu nog niet hulpbehoevend. Laatste stand van zaken: Houwers mag nu bouwen. Alleen is het heel lastig om daar een hypotheek voor te krijgen. Maar dat is weer een heel ander verhaal.

(Bron: Rijksoverheid, Woonbond, NRC, archief. Foto: ANP)

Minister Keijzer trekt wetsvoorstel huurbevriezing in na val van kabinet

 

Geef een reactie