RegisterenInloggen

Pomp regelmatig uw autobanden op. Zo checkt u uw bandenspanning

Ruim 63 procent van de Nederlandse automobilisten rijdt met een te lage bandenspanning. Rijden op zachte banden is gevaarlijk voor de verkeersveiligheid en niet goed voor het milieu, want uw auto gebruikt dan meer benzine. Maar bandenspanning controleren is niet moeilijk. Bekijk onze tips.

Wél de vakantiecheck

Wanneer de vakantieperiode begint, checken veel mensen wel even de bandenspanning. Dan is de auto zwaarder beladen en zijn de banden kwetsbaarder. Bij de zomerbeurt door een garage krijgt u automatisch een banden-controle. In dat geval hoeft u zelf niets te doen. Maar voor de rest van het jaar is de juiste bandenspanning ook belangrijk. De dure voorlichtingscampagne van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat van 1,1 miljoen euro om autorijders regelmatig hun bandenspanning te laten controleren, is niet geslaagd. Zelfs méér automobilisten rijden met te zachte banden rond.

Onderspanning

De campagne “Geef je banden lucht” die in het najaar van 2018 van start ging, wees de automobilisten op de voordelen van goed opgepompte autobanden. Met radiospotjes en affiches bij tankstations kregen de burgers deze informatie. Het percentage te zachte banden steeg in 3,5 jaar van 52 procent naar 63 procent. Het ging bij deze metingen om minimaal één te zachte band. Ruim 20 procent had zelfs één band met zogenaamde “onderspanning.” En dat is echt levensgevaarlijk.

Af en toe oppompen

De oplossing is simpel: net als bij uw fiets moeten de banden af en toe opgepompt worden. Dat voorkomt onnodige lekke banden en gevaarlijke situaties in het verkeer zoals een plotselinge klapband. Nu met de duurdere brandstoffenprijzen, bespaart u ook op uw benzineverbruik. Met zachte banden gebruikt u meer benzine. Als bonus is het ook nog eens beter voor het milieu als u minder CO2 uitstoot. En het maakt ook veel minder lawaai. Zachte banden “blubberen” namelijk als het ware over het wegdek.

Op de juiste bandenspanning brengen

Het is niet heel ingewikkeld om zelf de bandenspanning te checken. Dan kunt u meteen even de profieldiepte en slijtage van uw autobanden meenemen. Op YouTube bestaan er veel instructievideo’s. De ANWB raadt u aan om maandelijks de bandenspanning te controleren. Daar zijn diverse redenen voor aan te voeren. Behalve het brandstofgebruik en de wegligging speelt ook de kans op een klapband mee. Dit is de procedure die u moet volgen:

  1. Kijk in het instructieboekje
    Meestal staat in het instructieboekje wat de juiste bandenspanning voor uw auto is. Vaak staat er dan bij wat die is in de normale situatie (2,0 bar) en wat die is voor een beladen auto in de vakantie (2,2 bar).
  2. Stel de spanning in
    Daarna stelt u de bandenpomp in op de juiste spanning. Houd indien nodig ook rekening met de “vakantiestand.” Het beste is om deze check te doen als u nog niet gereden heeft met uw auto of hooguit 5 kilometer.
  3. Pomp op tot de piep
    Draai het ventieldopje los en breng de pomp op het ventiel aan. Druk stevig aan en haal de slang er pas af als de wijzer of het display het juiste getal aangeeft. Vaak gaat dit gepaard met een piepje uit de pomp. Vergeet na afloop niet het ventieldopje terug te zetten. En als u toch bezig bent: vergeet de reserveband niet.

Voorkom ongelukken

In nieuwe auto’s kunt u vaak op uw dasboard al zien als uw bandenspanning te laag is. Dat is de zogenaamde TPMS (Tyre Pressure Monitoring System). Die waarschuwt u als u in actie moet komen.

Deze hele pompklus neemt niet meer dan een paar minuten van uw tijd in beslag. Maar het voorkomt ongelukken, te hoog bandstofgebruik en te veel uitstoot. U hebt dus in elk opzicht er voordeel van. Aansluitend kunt u eventueel ook nog even de profieldiepte van uw banden meten. Wettelijk verplicht is een profieldiepte van minimaal 1,6 millimeter. Daar bestaan speciale profieldieptemetertjes voor die u in het profiel kunt steken. Op tijd uw banden vervangen na slijtage is geen luxe maar bittere noodzaak.

Autorijden bij zware regen en diepe plassen: wel en niet doen

Geef een antwoord