Langer dan 2 jaar ziek of arbeidsongeschikt: ‘Ik kreeg ontslag zonder een verzekeringsarts te hebben gesproken of gezien’
Het aantal werknemers dat langer dan 2 jaar ziek is of arbeidsongeschikt raakt, stijgt explosief. Volgens het UWV is de instroom voor een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling in 2 jaar met 25 procent gegroeid. Inmiddels zitten ruim 860.000 mensen in de WIA, en dat aantal kan binnen enkele jaren oplopen tot 1 miljoen. De grootste groei komt door psychische klachten en de naweeën van corona, vooral onder overbelaste jongeren. Maar hoe gaat het UWV hiermee om en wat zijn de rechten (en plichten) voor werknemers en werkgevers?
Langdurige uitval door ziekte of arbeidsongeschiktheid
Lange wachtrijen bij beoordelingen voor arbeidsongeschiktheid (‘WIA-beoordelingen’), ‘what’s new?’ (wat is hier nieuw aan?). Haast jaarlijks komt dit thema opnieuw naar boven.
“Het aantal mensen dat 2 jaar of langer ziek is, is explosief gestegen: de instroom bij het UWV voor een beoordeling is de afgelopen 2 jaar met liefst 25 procent gegroeid. Dat kunnen we als UWV niet opvangen,” zegt UWV-bestuursvoorzitter Maarten Camps tegen De Telegraaf (14 oktober 2025). “De grootste aanwas is het gevolg van de enorme toename van psychische klachten. Steeds meer mensen, vooral jongeren, kunnen de druk niet meer aan en vallen langdurig uit.” Ook noemt hij de invloed van long covid.
Overvolle wachtlijsten bij het UWV voor een WIA-beoordeling
Door deze groei raken de wachtlijsten bij het UWV overvol. Werknemers moeten soms maanden wachten op een WIA-beoordeling. Dat zorgt voor onzekerheid en financiële stress. Werkgevers weten niet of ze iemand mogen vervangen of ontslaan.
Het UWV zelf heeft te weinig artsen en personeel om de groei aan te kunnen. Dat is extra problematisch nu het UWV door de nieuwe wetgeving niet meer wil en kán werken met keuringsartsen die zzp’ers zijn. Dat eist de nieuwe wetgeving namelijk, die een einde moet maken aan schijnzelfstandigheid. Maar die artsen willen helemaal niet in vaste dienst gaan werken bij het UWV, omdat ze als zelfstandigen gunstigere werktijden hebben en meer kunnen verdienen. Hetzelfde probleem speelt bij veel zorgmedewerkers.
Als er niets verandert aan het probleem met die wachtlijsten, kunnen in 2030 wel 200.000 mensen op een beslissing wachten. Als verlichting van de werkdruk mag het UWV van het ministerie van VWS mensen van boven de 60 minder uitgebreid beoordelen. In de verkiezingsprogramma’s is er weinig over dit thema te vinden.
‘Geen verzekeringsarts gesproken of gezien…’
In een melding aan Meldpunt Actueel binnenkomt staat: “Ik kreeg ontslag na 2 jaar arbeidsongeschikt te zijn geweest, zonder een verzekeringsarts te hebben gesproken of gezien. Ik kreeg het gewoon met de post. Ik dacht eerst dat hem om de oproep van de herkeuring ging.” Hoewel de anonieme melder allang een andere werkkring (als vrijwilliger) heeft gevonden, blijft zijn vraag na al die tijd overeind of dat wel mag zoals het gegaan is. Dat vraagt om uitleg hoe het systeem in de praktijk werkt.
Rechten van de werknemer: WIA-uitkering
De eerste 2 jaar dat de werknemer ziek of arbeidsongeschikt moet de werkgever het loon doorbetalen. Daarna stopt de loondoorbetalingsplicht voor de werkgever. Na 104 weken (= 2 jaar) ziekte kan een werknemer een WIA-uitkering aanvragen bij het UWV.
De WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) is bedoeld voor mensen die door ziekte of handicap (deels) niet meer kunnen werken. Het werkt als een verzekering, waarvoor de werknemer premie voor betaalt. Het UWV beoordeelt de aanvraag met hulp van een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige.
Dat werkt zo: als iemand 35 procent of meer arbeidsongeschikt, dan krijgt die een uitkering. Er zijn 2 soorten WIA-uitkering: WGA als iemand nog deels kan werken of IVA als iemand helemaal niet meer kan werken en herstel niet erg waarschijnlijk meer is.
Rechten van de werkgever: ontslag na 2 jaar ziekte
Na 2 jaar ziekte mag de werkgever de werknemer ontslaan wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Tot die tijd is er een ontslagverbod of opzegverbod. Voor ontslag is een ontslagvergunning van het UWV nodig, tenzij er een vaststellingsovereenkomst wordt gesloten tussen de werkgever en werknemer. De werkgever moet bewijzen dat:
- De werknemer niet meer kan werken.
- Herstel binnen 26 weken niet te verwachten is.
- Het werk niet aangepast kan worden.
- Er geen andere passende functie is.
- De re-integratieverplichtingen zijn nagekomen (dat kan een andere, minder zware functie binnen het bedrijf zijn of een baan bij een ander bedrijf). Maar als de werkgever daar te weinig inspanning voor heeft geleverd, blijft het opzegverbod gewoon bestaan.
Na ontslag heeft de werknemer meestal recht op een transitievergoeding. Daarvoor kan de werkgever dan weer compensatie krijgen. Dat laatste geldt alleen voor kleinere bedrijven.
Bij plots herstel en hernieuwde ziekte of arbeidsongeschiktheid
Meldt een werknemer zich na bijna 2 jaar opeens hersteld, dan moet de bedrijfsarts dat beoordelen. Als de werknemer na 4 weken opnieuw ziek of arbeidsongeschikt wordt, begint alles weer van vooraf aan. Een nieuwe ziekteperiode vangt dan aan. Dat betekent dat de werkgever opnieuw 2 jaar loon bij ziekte moet betalen. Ook de re-integratieplicht en het opzegverbod beginnen dan opnieuw. Misbruik van deze regeling valt niet uit te sluiten. De werknemer kan zich namelijk tijdelijk beter melden, ook als hij nog niet helemaal hersteld is.
(Bron: ministeries van WVS en Sociale Zaken en Werkgelegenheid, UWV, Ondernemersplein, De Telegraaf, archief. Foto: ANP)