Zo beschermt u uw huisdieren tegen de kou als het vriest

Kunnen huisdieren tegen de kou?

Veel dieren kunnen redelijk goed tegen de kou. Maar een helpende hand kunnen ze bij (strenge) vorst en sneeuw goed gebruiken. We leggen uit hoe u honden, katten, konijnen, knaagdieren, kippen en vogels het beste kunt beschermen. We beginnen bij de hond.

Hond uitlaten? Doe dit eerst

Voordat u de deur uitgaat met uw hond is het verstandig om de pootjes van uw hond veilig te stellen. Deze zijn namelijk erg gevoelig voor kou en strooisel kan de voetzolen ernstig irriteren. Knip lange haren tussen de voetzolen weg, want hier kunnen ijsklompjes aan vastkleven wat wondjes kan veroorzaken. Het is daarom raadzaam de kussentjes in te smeren met vaseline om ze te beschermen. 

Tijdens het lopen 

Eenmaal buiten zijn er ook zaken waar u op kunt letten. Een natte vacht houdt weinig warmte vast, waardoor uw hond onderkoeld kan raken. Heeft u een hond met een dunne vacht? Of is uw viervoeter oud of ziek? Hou er dan rekening mee dat uw huisdier nog sneller afkoelt. Door veel beweging blijft uw hond beter warm, maar soms is dit niet genoeg. Een warm dekje en een korte(re) ronde buiten kunnen onderkoeling voorkomen.

Let ook op wat uw hond eet, vooral wanneer er sneeuw ligt. Te veel sneeuw kan maag- en darmklachten veroorzaken. Maar ook strooizout en antivries zijn boosdoeners. Beiden zijn erg giftig. Vermoedt u dat uw hond gemorst antivries heeft binnengekregen, ga dan altijd naar de dierenarts. 

Pas op met bevroren water

Sommige honden vinden bevroren water reuze interessant. Let daarom goed op dat uw huisdier hier niet zomaar op gaat staan. Uw hond kan immers niet inschatten of het ijs stevig genoeg is. Sta dit dus alleen toe wanneer u hier zeker van bent.

Na het lopen 

Als u weer thuis bent, is het verstandig een laatste controle te doen. Begin bij de oren. Als er sneeuw in is gekomen, kan het smeltwater er diep in lopen. Met alle gevolgen van dien. Maak daarna uw hond goed droog en controleer de pootjes. Mocht er toch ijsvorming zijn, maak de kussentjes dan voorzichtig schoon. Dit kunt u doen door ze te spoelen met lauwwarm water.

Katten 

Katten zoeken graag warme schuilplaatsen op. Zorg daarom dat uw kat altijd naar binnen kan. Klop ook op de motorkap van uw auto als u weggaat. Daar verstoppen ze zich vaak, en meestal eindigt het niet goed als ze een stuk meerijden. Woont u dichtbij bevroren water? Houd uw kat dan binnen. Jaarlijks verdrinken er namelijk een hoop katten dankzij dun ijs. 

Konijnen

U mag konijnen die altijd buiten staan niet ineens naar binnen halen. Het temperatuurverschil is te groot en kan ze ziek maken. Konijnen hebben genoeg aan extra stro. Controleer tweemaal per dag of het drinkwater niet bevroren is en zet het hok uit de wind. Mocht het echt hard vriezen, kunt u de open delen van het hok ook gedeeltelijk afschermen met dekens. 

Knaagdieren 

Zet kleine knaagdieren, zoals cavia’s, wel binnen. Doe dit echter niet in een klap, zodat ze niet ziek worden van het temperatuurverschil, en zet ze niet te dicht bij de verwarming. Houdt u ze toch buiten, zorg dan voor een tocht- en vochtvrij hok met veel bodembedekking. 

Kippen en vogels 

Kippen mogen best naar buiten, maar pas wel op met vorst. De kammen en lellen kunnen bevriezen, en dat doet ze veel zeer. Om dit te voorkomen kunt u ze insmeren met vaseline. Vogels kunnen heel slecht tegen vocht en tocht. Daarom kunt u een deel van het gaas het best afdekken met plastic. Ook verbruiken ze in de winter meer energie. Geef ze daarom extra krachtvoer. 

Bronnen: Archief, de Dierenbescherming, het LICG, MAX Vandaag. Foto: MAX