Registeren Inloggen

Familietwist over de asbestemming bij uitstrooiing? Vermoedelijke wens overledene is bepalend

Het komt nogal eens voor dat erfgenamen twisten over de uitstrooiing van de as na een crematie. Welke asbestemming had de overledene in gedachten? Staat het op papier? De Rechtbank Limburg zet in een recent vonnis de vermoedelijke wens van de overledene voorop als er niets op schrift staat.

Asbestemming als inzet van rechtszaak

Familieruzies zijn van alle tijden en ook uitvaarten vormen binnen die ruzies een dankbaar onderwerp. Zo is er de zaak waarbij een zus de uitvaart van haar vader geheimhoudt voor haar broer. Het is slechts het topje van de ijsberg. Vaak komt de onenigheid ook voort uit onbekendheid met wat überhaupt de wensen zijn van de overledene. Begraven of cremeren bijvoorbeeld? Soms weet de partner het niet eens. In een zaak voor de Rechtbank Limburg van 13 maart 2024 draait het om een geschil tussen een broer (gedaagde) en zus (eiseres) over iets wel heel bijzonders.

Ze hebben ruzie over de bestemming van de as van hun overleden moeder. Over een ding zijn ze het wél eens: ze moeten moeders as uitstrooien op een bepaalde plek, en wel bij de 2e aanlegpaal bij de sluis van Born. Moeder stamt namelijk af van een schippersfamilie.

Tot zover niks aan de hand. Maar de broer wil graag ook nog een deel van de as bewaren om te verwerken in een sieraad ter aandenken van zijn moeder. De zus wil dat pertinent niet. Ze zegt dat haar moeder altijd beweerd heeft, dat een mens komt en gaat in 1 stuk. Ook heeft het moeder altijd gestoord dat de as van haar ex-partner deels is uitgestrooid en deels behouden. Aan de rechter de taak om recht te spreken in deze kwestie, die draait om het wel of niet opsplitsen van de as.

Wie bepaalt de bestemming van de as na de crematie?

Artikel 18 lid 1 van de Wet op de Lijkbezorging (Wlb) kijkt naar wie voor de lijkbezorging zorgt. Dat is degene die het verlof voor de begraving of crematie aanvraagt, in dit geval de broer. Lid 2 zegt dat onder lijkbezorging ook wordt verstaan ‘het geven van bestemming aan de as na crematie’. Artikel 59 lid 2 onder c Wlb bepaalt dat het crematorium de asbus ter beschikking stelt aan de nabestaande door of namens wie de opdracht tot de crematie is gegeven, wederom de broer.

Volgens de letter van de wet moet de asbus dus naar de broer toe. Maar de zus eist dat het crematorium de asbus direct aan haar verstrekt. In het 1e geval wordt de as opgesplitst, in het 2e geval niet. De rechtbank oordeelt dat de ‘vermoedelijke wens’ van de moeder was dat haar as ongesplitst zou worden uitgestrooid. Dit houdt in dat de broer moet meewerken aan deze wens over de asbestemming

Hoe komt de rechtbank tot een oordeel?

Probleem is dat moeder niets op schrift heeft gesteld over de asbestemming. Maar de rechtbank baseert zich op de verklaringen van familieleden en vrienden, die aangeven dat moeders wens altijd is geweest om de as in zijn geheel uit te strooien in Born, zoals hierboven vermeld. De broer claimt dat hij een deel van de as zou mogen behouden naar aanleiding van een gesprek met zijn moeder. Maar dat argument vindt de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Daarom beslist de rechtbank dat de moeder opsplitsing van de as vermoedelijk niet wenste.

De vordering van de zus om de asbus rechtstreeks van het crematorium te ontvangen wijst de rechter af. Want het crematorium is helemaal geen partij in deze procedure. In het vonnis draagt de rechter de broer op om het crematorium instructies te geven de asbus (met complete inhoud) aan zijn zus af te geven. Daarna kan zij de as in z’n geheel uitstrooien op de gewenste locatie. Die plek is door geen van beiden betwist. Die overdracht moet binnen 14 dagen na betekening van het vonnis plaatsvinden.

Om dit soort conflicten te voorkomen is het goed om wensen kenbaar te maken. Bespreek het met uw (klein)kinderen en/of dierbaren en leg het vast. Dan kan er geen misverstand over ontstaan, ook niet als emoties de overhand hebben.

(Bron: Rechtspraak, archief, MAX Vandaag. Foto: Shutterstock)

Een uitvaart geheimhouden voor een familielid, mag dat? Dit zegt het Europees mensenrechtenverdrag erover

Geef een reactie

Reactie

    Mijn schoondochter heeft de as van mijn zoon achterin haar auto staan. ,, Hij hield van autorijden en nu gaat hij overal met ons mee naartoe.,,